In dit hoofdstuk vindt u een overzicht van de standaardgebruikersinterface van Easy Printer Manager (EPM) en de bijbehorende functies.
Dit hoofdstuk behandelt de volgende onderwerpen:
In dit gedeelte wordt de indeling van het dialoogvenster van het programma EPM beschreven. Deze interface is bedoeld voor gewone gebruikers in een kleine kantooromgeving.
De interface van EPM bestaat uit vier hoofdsecties die in de volgende tabel worden beschreven.
Gebied |
Beschrijving |
---|---|
Programma-informatie |
Bevat een koppeling voor het activeren van de geavanceerde gebruikersinterface en de koppelingen en . |
Inhoud |
Naast informatie over het geselecteerde apparaat, verbruiksartikelen en papier worden hier snelkoppelingen weergegeven. Welke informatie precies wordt weergegeven, is afhankelijk van de geselecteerde printer. |
Snelkoppelingen |
Hier worden koppelingen weergegeven waarmee bepaalde functies (bijvoorbeeld scanassistent) kunnen worden geactiveerd. Deze sectie bevat ook koppelingen naar programma’s in het Toepassingsvak voor informatie over de manier waarop u deze koppelingen kunt wijzigen. (een onderdeel van de geavanceerde gebruikersinterface). Zie |
Lijst met printers |
Hier worden de printers weergegeven die worden vermeld onder Systeemvoorkeuren -> Afdrukken en faxen. |
Via de volgende menu’s kan basisinformatie over EPM worden weergegeven.
In het inhoudsgebied wordt informatie weergegeven over de geselecteerde printer, de toner en het papier. Daarnaast vindt u hier koppelingen naar andere functies van het apparaat.
Gebied |
Beschrijving |
---|---|
Apparaatgegevens |
Hier worden behalve een afbeelding van de printer ook de modelnaam, het IP-adres, de printerstatus en de inhoud van het LCD-scherm weergegeven. |
Knop |
Wanneer u op deze knop klikt, verschijnt er een venster met foutinformatie voor de printer. De knop wordt alleen weergegeven, als de gebruikershandleiding voor de printer van de installatie-cd naar de computer is gekopieerd. |
|
Hier wordt informatie over de toner voor de geselecteerde printer weergegeven. |
|
Hier wordt informatie over het papier en de laden in de geselecteerde printer weergegeven. Als de printer het papier niet kan detecteren, verschijnt de aanduiding ’’Niet beschikbaar’’ op het tabblad . |
Wanneer u op de knop
klikt, wordt er een venster weergegeven met informatie over de fout of het probleem dat op de printer is opgetreden. Wanneer u op de knop Probleemoplossingsgids in het pop-upvenster klikt, wordt informatie over de huidige fout weergegeven.Op het tabblad
wordt informatie over de tonerniveaus van de printer weergegeven.
Gebied |
Beschrijving |
---|---|
Hier wordt informatie over de geschatte tonerniveaus voor de verschillende kleuren op de geselecteerde printer weergegeven. |
|
Hier wordt het bestelnummer van de toner weergegeven. |
|
Klik op deze knop om naar de Samsung-pagina te gaan waarop u verbruiksartikelen kunt bestellen. |
Op het tabblad
wordt informatie weergegeven over de laden en het papier in de geselecteerde printer.
Gebied |
Beschrijving |
---|---|
Hier wordt aangegeven welke papierladen op de printer beschikbaar zijn. |
|
Hier wordt het maximum aantal vellen papier per lade aangegeven. |
|
Hier wordt het formaat aangegeven van het papier dat momenteel in de lade ligt. |
|
Hier wordt een grafische afbeelding weergegeven van het resterende papier in de lade. |
In de sectie Toepassingsvak). Welke knoppen er beschikbaar zijn, is afhankelijk van de geselecteerde printer. De basisknoppen voor de overige printerfuncties zijn , en (SyncThru Web Service). De overige knoppen hebben betrekking op programma’s die niet specifiek verband houden met afdrukken. Als een koppeling voor de geselecteerde printer niet beschikbaar is, wordt deze lichter weergegeven.
vindt u koppelingen naar programma’s waarin de overige functies van de printer worden gebruikt. Daarnaast bevat deze sectie koppelingen in het , een onderdeel van de geavanceerde gebruikersinterface (zieIn de Printerstatussymbolen voor de betekenis van de statussymbolen.
worden symbolen weergegeven voor de printers die worden vermeld onder Systeemvoorkeuren -> Afdrukken en faxen. Wanneer u op een printersymbool in de lijst met printers klikt, wordt de bijbehorende informatie weergegeven in het inhoudsgebied van de gebruikersinterface. Zie