Beveiligingsinstellingen configureren

Overzicht

De pagina Beveiligingsinstellingen configureren is een handige locatie waar u bijna alle beveiligingsinstellingen van het product kunt configureren. Samen met de instellingen in de wizard Beveiligingsconfiguratie HP Jetdirect kunt u met deze instellingen de beveiliging van uw product verbeteren.

Deze pagina hoort bij de pagina Beveiligingsinstellingen configureren. Hier vindt u uitleg en adviezen over de instellingen die u kunt opgeven. Houd er rekening mee dat niet alle netwerken hetzelfde zijn en dat de adviezen slechts richtlijnen zijn die u kunt gebruiken om uw opties te verkennen.

OPMERKING: De adviezen van HP op deze pagina zijn voor producten in een gemiddeld bedrijfsnetwerk. Vraag u bij elk advies af of dit van toepassing is op uw netwerk.

Klik onderaan de pagina op Toepassen om uw instellingen op te slaan. De instellingen worden pas van kracht als u op de knop Toepassen hebt geklikt.

De volgende gedeelten gaan over de bijbehorende gedeelten op de pagina Beveiligingsinstellingen configureren in de geïntegreerde webserver (EWS) van het product.

Apparaatwachtwoord

Door het opgeven van een apparaatwachtwoord voorkomt u dat niet-gemachtigde gebruikers via externe toepassingen, zoals de product-EWS (deze toepassing), toegang krijgen tot uw product. Als er een apparaatwachtwoord is ingesteld, kunnen er geen wijzigingen worden aangebracht in de configuratie-instellingen van het product, tenzij het juiste wachtwoord wordt opgegeven. Het apparaatwachtwoord wordt in sommige toepassingen ook wel het beheerderswachtwoord genoemd.

De optie Voor het tabblad Informatie zijn beheerdersrechten vereist verhoogt het beveiligingsniveau en als deze optie is ingeschakeld heeft de gebruiker geen toegang tot de informatie over het apparaat, zonder het apparaatwachtwoord, indien ingesteld, te hebben opgegeven. Als deze optie niet is ingeschakeld heeft de gebruiker toegang tot het tabblad Informatie, zonder het apparaatwachtwoord, indien ingesteld, op te geven.

In de wizard Beveiligingsconfiguratie HP Jetdirect vindt u opties om het apparaatwachtwoord te configureren (dit wordt hier het beheerderswachtwoord genoemd). Als u zoals aanbevolen eerst de wizard Beveiligingsconfiguratie HP Jetdirect hebt uitgevoerd, is het apparaatwachtwoord al ingesteld.

In sommige toepassingen kunt u voor het product ook een EWS-wachtwoord instellen. Als u een apparaatwachtwoord instelt, wordt ditzelfde wachtwoord door het product ook gebruikt als EWS-wachtwoord.

Advies: stel een apparaatwachtwoord in zodat u de instellingen in eigen hand houdt.

Typ om het apparaatwachtwoord in te stellen 12 tekens of minder in het veld Nieuw wachtwoord en typ precies dezelfde tekens opnieuw in het veld Controleer het wachtwoord.

Typ om het wachtwoord te wijzigen het oude wachtwoord in het veld Oud wachtwoord en typ vervolgens het nieuwe wachtwoord in de velden Nieuw wachtwoord en Controleer het wachtwoord.

Typ om het wachtwoord uit te schakelen het oude wachtwoord in het veld Oud wachtwoord en laat de velden Nieuw wachtwoord en Controleer het wachtwoord leeg.

PJL-wachtwoord

Door het opgeven van een PJL-wachtwoord kunt u voorkomen dat niet-gemachtigde gebruikers instellingen wijzigen via PJL-opdrachten (Print Job Language). Dit wachtwoord is niet van toepassing op gewone afdruktaken. Als het PJL-wachtwoord is ingesteld, moet dit wachtwoord worden opgegeven voordat PJL-opdrachten worden uitgevoerd door het product.

Advies: het PJL-wachtwoord is niet hetzelfde als de optie voor het uitschakelen van PJL-schijftoegang (een andere instelling op de EWS-beveiligingspagina). Configureer beide opties voor een betere beveiliging.

Typ om het PJL-wachtwoord in te stellen een getal tussen de 1 en 2147483647 in het veld Nieuw wachtwoord en typ precies hetzelfde getal in het veld Controleer het wachtwoord.

Typ om het wachtwoord te wijzigen het oude wachtwoord in het veld Oud wachtwoord en typ vervolgens het nieuwe wachtwoord in de velden Nieuw wachtwoord en Controleer het wachtwoord.

Typ om het wachtwoord uit te schakelen het oude wachtwoord in het veld Oud wachtwoord en laat de velden Nieuw wachtwoord en Controleer het wachtwoord leeg.

Wachtwoord bestandssysteem

Door het opgeven van een wachtwoord voor het bestandssysteem kunt u voorkomen dat niet-gemachtigde gebruikers toegang krijgen tot het gegevensopslagsysteem van het product. Als dit wachtwoord is ingesteld, moet er een wachtwoord worden opgegeven voordat er instellingen op het product kunnen worden gewijzigd die van invloed zijn op het gegevensopslagsysteem. Het gaat hier bijvoorbeeld om instellingen voor de Modus Bestand wissen en de functie Opslag veilig wissen, en opties met betrekking tot toegang tot het bestandssysteem.

Advies: stel een wachtwoord voor het bestandssysteem in als u de toegang tot het bestandssysteem in eigen hand wilt houden.

Typ om het wachtwoord voor het bestandssysteem in te stellen 8 tekens of minder in het veld Nieuw wachtwoord en typ precies dezelfde tekens opnieuw in het veld Controleer het wachtwoord.

Typ om het wachtwoord te wijzigen het oude wachtwoord in het veld Oud wachtwoord en typ vervolgens het nieuwe wachtwoord in de velden Nieuw wachtwoord en Controleer het wachtwoord.

Typ om het wachtwoord uit te schakelen het oude wachtwoord in het veld Oud wachtwoord en laat de velden Nieuw wachtwoord en Controleer het wachtwoord leeg.

Toegangsinstellingen bestandssysteem

Met de toegangsinstellingen voor het bestandssysteem kunt u veel van de punten uitschakelen die toegang geven tot het gegevensopslagsysteem van het product. Deze toegangspunten zijn bedoeld voor de verschillende manieren waarop het product kan worden gebruikt. Sommige zijn gerelateerd aan productfuncties, maar andere niet. Zie de adviezen hieronder.

Als u het wachtwoord voor het bestandssysteem hebt ingesteld, moet u dit opgeven voordat u de toegangsinstellingen voor het bestandssysteem kunt wijzigen.

Advies: HP adviseert u de opties Toegang tot PJL-schijf, Toegang tot SNMP-schijf, en Toegang tot NFS-schijf uit te schakelen. Deze toegangspunten hebt u nodig als u bestanden wilt toevoegen aan of verwijderen uit de productopslagapparaten. U hebt ze echter niet nodig voor normale productbewerkingen zoals kopiëren, faxen en digitaal verzenden.

HP adviseert u Schijftoegang PS in te schakelen (te selecteren). Gebruikers kunnen dan PS-bestanden afdrukken.

OPMERKING: houd er rekening mee dat sommige netwerkprocessen deze toegangspunten gebruiken. Dit geldt bijvoorbeeld voor sommige toepassingen van Norton die NFS-toegang gebruiken. U kunt NFS-toegang dus niet uitschakelen als u deze toepassingen in uw netwerk gebruikt.

Modus Bestand wissen

In de Modus Bestand wissen kunt u het beveiligingsniveau selecteren waarop bestanden uit de productopslagapparaten worden verwijderd.

U kunt in deze modus drie beveiligingsniveaus instellen.

Advies: HP adviseert u Beveiligd snel wissen te gebruiken omdat dit relatief snel gaat en hiermee alle bestandsgegevens op een efficiënte manier worden vernietigd. U beschikt dus over een redelijk goed beveiligingsniveau. Als uw netwerk een hoger beveiligingsniveau vereist omdat uw gegevens strikt geheim dienen te blijven, dient u de optie Beveiligd opschonen en wissen te gebruiken.

OPMERKING: de Modus Bestand wissen is pas beschikbaar nadat u een wachtwoord voor het bestandssysteem hebt ingesteld.

Vergrendeling van toegang tot bedieningspaneel

Met deze functie kunt u op drie manieren bepaalde menutypen uit het bedieningspaneel verwijderen.

Advies: HP adviseert u de optie Matige menuvergrendeling te gebruiken. Gebruikers kunnen dan met hun eigen taken werken, maar niet met taken van anderen.

OPMERKING: als de vergrendeling van toegang tot het bedieningspaneel eenmaal is ingesteld, zijn deze instellingen niet meer toegankelijk via het bedieningspaneel. U kunt op het product geen machtigingen instellen zodat deze instellingen toch nog gebruikt kunnen worden.

Startpaginaopties (geïntegreerde webserver)

In de EWS-opties kunt u een aantal instellingen opgeven die u wilt weergegeven op de standaardpagina van de EWS. Met sommige opties kunnen gebruikers de taken van anderen manipuleren of zelfs verwijderen.

Advies: HP adviseert u al deze opties uit te schakelen, behalve de optie Pagina afdrukken. Met de optie Pagina afdrukken kunnen gebruikers gemakkelijk afdrukken via de EWS. Als u de overige opties uitschakelt, kunnen gebruikers niet knoeien met bewerkingen op het product.

Opties voor services

Er zijn verschillende productservices die extern of rechtstreeks via het product kunnen worden bediend. Een beheerder kan als dat nodig is een service voor een bepaalde taak inschakelen en deze daarna weer uitschakelen.

Advies: HP adviseert u al deze services, behalve Taakuitstel, uit te schakelen, tenzij u ze nodig hebt voor netwerktoepassingen. Sommige netwerktoepassingen beschikken bijvoorbeeld over services voor het afdrukken van workflows. Deze services hebt u misschien nodig.

De serviceopties zijn ontworpen om het u gemakkelijker te maken en voor sommige netwerkbeheertoepassingen:

Direct Ports (USB/IEEE 1284)

Met de functie Direct Ports kunt u de directe verbindingen (parallelle poort en USB-poort) afsluiten. Als u deze poorten afsluit, kunnen computers geen directe verbinding maken met het product. De MFP is dan alleen nog toegankelijk via de netwerkverbinding.

Advies: schakel Direct Port uit om te voorkomen dat niet-gemachtigde gebruikers toegang tot uw configuratie-instellingen krijgen.

Gebruiksregistratie

De functie Gebruiksregistratie verandert de manier waarop uw product pagina's telt. De nieuwe methode voor het tellen van pagina's sluit beter aan op moderne kostenberekeningsmethoden voor taken. Na het inschakelen van de nieuwe methode voor het tellen van pagina's kunt u niet terugkeren naar de vorige manier van pagina's tellen.

Advies: Aangezien de wijziging naar de nieuwe telmethode onomkeerbaar is, beveelt HP sterk aan dat u met aandacht de voorwaarden leest die in dit gedeelte verschijnen, voordat u besluit de functie op uw product in te schakelen. Volg voor meer informatie over deze wijziging de instructies in de tekst in dit gedeelte.

Volg deze stappen om de functie Gebruiksregistratie op uw product in te schakelen.

1. Selecteer de optie Ik ga akkoord.

2. Schakel de optie functie Gebruiksregistratie op dit apparaat inschakelen in.

3. De wijzigingen worden van kracht wanneer u op de knop Toepassen klikt.

Uw instellingen toepassen

U kunt de instellingen die u hebt opgegeven op deze pagina toepassen op de het product door hieronder op de knop Toepassen te klikken. U kunt iedere instelling apart toepassen, of ze allemaal tegelijk toepassen. Klik op de knop Annuleren om uw wijzigingen ongedaan te maken en ze niet toe te passen op het product.

OPMERKING: Uw instellingen worden pas van kracht als u op de knop Toepassen hebt geklikt.